Hoe weet je of je goed bezig bent? Wat betekent ‘goed’? Volgens wie? Volgens welke criteria? Lastige vragen zijn dit, die je niet uit de weg kunt gaan als je met mensen omgaat.
Maar ‘goed’ in het omgaan met mensen is niet meetbaar. Er worden pogingen gedaan om het wel meetbaar te maken, via registratie en kwaliteitseisen. Daar kan de nobele bedoeling achter zitten om diensten en rechten eerlijk te verdelen. En om jezelf te evalueren. Evalueren zit in onze westerse samenleving ingebakken, al van de kleuterschool af. En dat maakt dat we ons vaak en snel tekort voelen schieten. Zeker als je zoals ik tussen mensen staat die zulke complexe problemen hebben dat je hen per definitie niet gelukkig kunt maken. Denk je dan.

Vandaag dachten we als collega’s na over o.a. deze vragen. Dat voelde wel ongemakkelijk. Ik had zelf deze reflectievragen opgeworpen maar die komen natuurlijk altijd in mijn eigen gezicht terug.

Tot vanavond. Bij de Jongerenwerking. Maandelijks etentje. Lekker, gezellig, lachen, elkaar plagen, onnozel doen. Eén van hen deelde kleine briefjes uit met vragen waar we aan het eind van de maaltijd allemaal ons antwoord op mochten geven. Deze jongeren, uit verre oorden, zware vluchtweg achter zich en in moeilijke procedures en omstandigheden, en daarbij zonder familie in België, deze jonge gasten namen deze vragen serieus. “Waar word je blij van?’ – “Van goede mensen.” Wauw. “Wat is je kostbaarste bezit?” – “Mijn familie.” De vraag die ik moest beantwoorden was deze: “hoe zou je jezelf omschrijven in 3 woorden?” Geen idee. Uit pure verlegenheid met de vraag liet ik het aan Wali om te antwoorden over mij. Hij hoefde niet na te denken. “Geduldig, respectvol, lief.” Amai. Als hij het zegt. En de jongens naast hem het spontaan beaamden. Wel, dan valt er een pak van mijn hart.
Voor elkaar goede mensen zijn, daar word je blij van.