Elk half jaar krijgen we een groepje studenten uit Denemarken op bezoek. Zo ook gisteren. In hun land is een “sabbatsjaar” tussen middelbare school en vervolg de normaalste zaak van de wereld en wordt er zelfs structureel voorzien in middelen om eigen horizonten te verbreden. Letterlijk. Met thema en focus “grenzen” op zak en van envelopje met instructies naar volgende aanwijzingen reisden zij van Hamburg, Bremen, Amsterdam, Antwerpen, terug naar Hamburg en naar huis. Telkens langs plekken “aan de rand”, waar mensen letterlijk en figuurlijk met “boundaries” leven.

Dan zitten ze goed bij onze Jongerenwerking.

Eerst zitten deze studenten en ik samen rond de tafel voor een open gesprek. Ze stellen uitstekende vragen. Zoals “U bent dominee, gelooft u zelf?” (ja echt), “hoe gaat u om met uw eigen grenzen?”, “hoe kunnen we de kloof overbruggen tussen onze en hun wereld?” Ze zaten daar als hoogblonde bevoorrechte jeugd vol ontwikkelingskansen, en daar waren ze zich van bewust. Tijd om het te gaan ervaren, dus samen naar de Jongeren. En op slag zie je het dan gebeuren: het zijn deze gevluchte jongeren zelf die de studenten verwelkomen en op hun gemak stellen. Onmiddellijk wordt het een mix, een gezamenlijke sfeer van aftasten, jazeker, maar vooral openstellen. Vertellen. Ervaren. Spelen, lachen. En verwonderd mij toefluisteren: “it is so nice here!”

Elke jongere heeft behoefte aan een warm bad, huiselijke sfeer, op je gemak kunnen zijn bij elkaar.

Ter afronding maken we ons met moeite los om nog even onder elkaar na te praten. Enthousiasme, ontroering, besef. Inspiratie. Eén van deze jonge Denen is trouwens niet hoogblond. Nu vertelt ze: “ik ben van Groenland. Kolonie van Denemarken. Zo ervaar ik het nog steeds. Mensen zien mij als vreemde, als Aziatische, als niet van hen. Maar ik blijf positief, hoe vermoeiend het soms ook is.” We praten over het strikte Deense beleid tegenover vluchtelingen, over de klimaatcrisis, over hun eigen toekomstideeën, over hun generatie. “Ja”, zegt een ander meisje, “het klimaat, dat is vreselijk, maar ik wil mij niet moedeloos laten maken.” Even denk ik dat ze bedoelt: ik wil er niet bij stilstaan. Dan vertelt ze dat ze net een “klimaatgerelateerde” studie wil gaan doen. Het Groenlandse meisje sluit aan: “let us be light-hearted, only that will keep us going.” Licht van hart.

Of hoe jongeren je weer hoop kunnen geven.