Ik kom veel tegen. Hoor verhalen, zie blikken, heb ontmoetingen, trek met mensen op. Ongelooflijk veel moois. Veerkracht, humor, verbondenheid. De rijkdom van diversiteit en tegelijk van samen mens zijn. Zalig is dat. Wat een voorrecht.
Maar de miserie is nooit weg. Armoede blijft structureel. Inburgering blijft pokkemoeilijk. Trauma’s, ballast, drempels, kloven, ze lijken alsmaar zwaarder, hoger en dieper te worden. Daar kan ik niet naast kijken en dat zal ik ook nooit doen.
Daarom bestaat mijn blog niet uit mooie tekstjes die een goed gevoel willen geven. De realiteit is wat ze is. En die wil ik delen.

Vandaag kwam die weer ‘s heel extreem binnen. Oh my God.
In de onthaalruimte van sociale winkel Filet Divers. Pas gerenoveerd, een tof speelhoekje voor de kinderen, … wat zijn ze toch schattig. En ik mag op hen passen terwijl mama haar boodschappen doet.
Een kleutermeisje speelt winkeltje. Opeens komt haar mama terug uit de winkel, ze was er nog niet echt binnengegaan. Dochtertje moet mee boodschappen doen. Een andere vrouw die nog zit te wachten en ik wisselen blikken. “Moeder”, zegt de vrouw. Ik lach en ga bij haar zitten en vertel hoe ook ik mijn kinderen toen ze klein waren nooit uit het oog wou verliezen. Het lijkt een vredig tafereel van herkenning rond alledaags moederschap. Dan zegt deze vrouw: “In mijn land worden per week 400 kinderen ontvoerd en vermist. Zij worden ontdaan van hun organen voor de zwarte handel. Dood of levend.”
Oh my God, het wordt ijskoud rond mijn hart. Dit is toch niet te vatten.

Gisteren was ik op bezoek bij een zwaar zieke vrouw. Haar woonst was in een paar maanden tijd veranderd van een gezellige plek in een misselijkmakend stort. Etensresten, uitwerpselen, vliegen, stank, gemaskeerd met geurverspreiders van honing en rozen. Haar schaamte voorbij, alsof ze zichzelf opgaf. Ik heb haar gesmeekt om hulp te aanvaarden. Zij keek me boos aan en vertelde haar ervaringen met hulp en weende haar onveiligheid uit. Samen kwamen we tot een compromis.
Oh my God. De rest van de dag wist ik niet of ik moest overgeven of het uitschreeuwen. Dit is toch niet te dragen.

De realiteit is bikkelhard en loodzwaar voor veel mensen. Godzijdank is er hulp, zijn er lieve hulpverleners, echt waar, wat fijn dat dit land in veel voorziet. Maar de pijn van het bestaan, zo onbevattelijk schrijnend, daarbij past alleen maar “oh my God”. Als schreeuw.
Dat u deze verhalen wil lezen, betekent dat deze mensen een klein beetje minder ongezien en verlaten zijn.
Want als alles zwaar is, hebben we alleen onze medemenselijkheid nog. Daaruit kan misschien een stukje herstel van veerkracht weer beginnen groeien.

Foto: Petra Schipper, fragment standbeeld “De Profeet”, Middelheimpark.