Onze Jongerenwerking. Vijf meiden en jonge vrouwen rond Eva en in de keuken samen aan het kokkerellen. Vijftien opgeschoten gasten WK aan het zien. Ik stel me voor waar ze vandaan komen: Eritrea, Somalië, Afghanistan, Syrië, … Gebroederlijk naast elkaar; ze noemen elkaar ook broer. Wie binnenkomt groet persoonlijk iedereen, met een hand, een knuffel, een “lang geleden! Hoe gaat het met jou?” en “Hamdoulilah”, dank zij aan God. Sommigen luid enthousiast, anderen stil en bedrukt. Indrukwekkende gestaltes, deze jonge mannen. Wat hebben ze doorstaan om tot hier te geraken, over welke moeizame wegen, hoe is het hun gelukt en hoe houden ze zich recht. Samen, vermoed ik. Ik voel diep respect voor hen. Krijg het maar ‘s over je lippen in hun situatie: “dank zij aan God”.

Het eten is klaar, de tv gaat uit, in de eetruimte beneden gaat de voetbal luidruchtig verder aan de sjottertafel, dan eten, in no time op want het is zo lekker. Aan tafel gebeurt er veel, zonder veel woorden. Een jongen met gebogen hoofd, een andere zegt hem: “ik ben voor jou gekomen, broer”. Applaus met luid gefluit voor de koks. Dan terug sjotteren en de piano. Een jongen uit Guinee speelt Beethoven en hiphopintro’s, een jongen uit Afghanistan Yann Tiersen en een melancholisch lied over zijn land.

De halve wereld is hier bijeen, maar ze zijn broers en zussen. Dank zij aan God.