Ons motto, waar we zowat dagelijks aan denken. En dat het stormt, dat is steeds duidelijker aan steeds meer mensen. De orkaan van oorlog, de wilde woekerwinsten, de torenhoge energie-, woon-, leeffacturen, onzekerheid over werk en over gezondheid, ze trekken aan onze jassen, slaan als striemen in onze gezichten, blazen ons van onze sokken tot in onze eigen portemonnees en levensstijlen. Niemand blijft nog buiten schot. Opeens duikt het monster armoede op waar het zich nog niet vertoonde en het grijnst ons allemaal aan.

In de sociale kruidenier zien we nieuwe klanten die dit nooit voor zichzelf hadden verwacht. In het daklozenonthaal spreek ik met een goed opgeleide vrouw die door twee persoonlijke rampen (ziekte en echtscheiding) op straat belandde. De “gewone”(??) middenklasser die altijd wordt opgevoerd in het nieuws, u weet wel, met zijn vliegvakanties, restaurantbezoeken en zonnepanelen, kan ook niet meer doen wat zo vanzelfsprekend leek.

We zitten nog niet helemaal in hetzelfde schuitje: de schuitjes verschillen nog erg van grootte, stevigheid en geborgenheid. Maar de storm voelen we wel allemaal.

Sámen in de storm, dat is nog wat anders. Dat is: de ander ook zien staan in zijn worsteling tegen de wind in. Misschien een parapluke aanbieden, een regenjas, een plek om te schuilen, wat meer begrip op z’n minst. Of beter: ons aan elkaar verbinden: we zijn allemaal mens, in diezelfde storm, even kwetsbaar om onderuit te gaan, en we hebben elkaar nodig om overeind te blijven. Luister maar ‘s naar mensen met ruime ervaring in armoede: hoe je dat doet. Wat een veerkracht. Die inspireert mij elke dag.

Laten we maar niet meer “mooi weer spelen”. Dat is niet vol te houden, die tijd is voorbij. Als het dan toch stormt, laten we er dan samen in staan.