Onze Jongerenwerking heeft sinds een jaar een toffe stek: de pastorie van een protestantse kerk (de Brabantse Olijfberg aan de Lange Winkelstraat 5). We voelen ons er helemaal thuis en erg welkom. Een idyllische binnenkoer, een hele eerste verdieping en zelfs een torenkamertje, een gezellige living, maar ook speelruimte en gesprekskamers en natuurlijk een keuken om samen maaltijden te bereiden en koffie en thee aan te vullen. Een open inloop voor jongeren die anders alleen op de wereld in België zouden leven, in hun eentje gevlucht en volop bezig hun leven opnieuw op te bouwen. Je kunt je misschien een beetje indenken hoe belangrijk een “huiskamergevoel” voor hen kan zijn. En voor ons allemaal trouwens. We warmen ons aan elkaars hartelijkheid en veerkracht.

Soms wordt er ook vergaderd. We werken samen met andere jongerenorganisaties in de stad, want allemaal willen we “inclusief” zijn, maar hoe doe je dat nu ècht? Vandaag kwamen Joran, onze jongerenwerker, en andere vertegenwoordigers bijeen in een groep van twaalf personen – en ja, coronagewijs moest er worden uitgeweken … naar de kerk. En zo kwam het, vertelde Joran, die verder niets met het geloof heeft of zo, dat hij in een ingeving de vergadering sloot door de tekst voor te lezen uit de Bijbel op de lezenaar waar zijn oog op viel. “Mag dat wel zomaar?”, vroeg iemand achteraf. Ja hoor, de Bijbel is er voor iedereen. Hoor maar hoe helder die kan klinken. Dit is de tekst die Joran voorlas; één vers was er al boenk op. “Beter een stuk droog brood en vrede, dan een huis vol met voedsel en ruzie.” (Spreuken 17:1). Daar hoeft niets aan worden toegevoegd, vond hij. Want zo is dat.