Ergens in Antwerpen-Noord staat een huis. Met een groot raam waardoor je kunt zien wie er is en met een deur die meestal zomaar open gaat. Een huis waar alle jongeren van de buurt welkom zijn. Van welke afkomst, leeftijd of situatie ook. Ook in coronatijd kun je er gewoon effe een vuistje of elleboogje wisselen, en wat grappen, nieuwtjes en voetbalplannen. Maar ook in klein groepje neerploffen en wat chillen, huiswerk doen, en zomaar in gesprek raken. Of iemand apart nemen met je vragen of zorgen van thuis of op school. Dat huis bestaat zo al vele jaren. Sommige ouders van nu waren daar ooit kind aan huis. Het geniet vertrouwen in de buurt bij jong en oud. Het Bijbelhuis.

Wie gaat er nu naar het Bijbelhuis? Als je moslim bent. Of macho. Of liever niet bij dingen stilstaat. Als de straat trekt, met zijn snelle auto’s en kennelijk dito manieren om zulke rijkdom te bemachtigen. Morgen roept. Ooit ga ik rijk zijn, een mooi huis hebben, een stoere auto, veel aanzien. Geen idee hoe. Of toch wel. Al zeker niet door mijn huiswerk braaf te doen. En nog minder met die Bijbel. Of toch wel.

“Vandaag kunt gij kiezen hè”, zegt de jongerenwerker. Hij spreekt hun taal, van de buurt, van de jeugd. Hij weet wat er leeft, hoe morgen trekt en vandaag deprimerend is. “Vandaag heb jij de keuze. Tussen twee dingen. Ofwel wordt gij zoals die gasten op het Sint-Jansplein. Gij weet. Ofwel zoals wij. Wa wilt gij? Is geweld echt wat jij wilt? Dat is eenzaam. Hier kun je terecht, wij vragen naar jou, wij kijken je in de ogen, pakken je vast als het weer mag. Aan ons kun jij dingen vragen, hoe moeilijk ook, wij zeggen niks door. Wij zien jou graag, no matter what. Maar wij zeggen jou wel de waarheid. Vandaag kies jij wat jij met je leven doet.

Want morgen, dat begint vandaag.”

Foto: Unsplash