Het is van dat. Ik ben in quarantaine. Uit voorzorg. In mijn holleke uit zorg voor anderen.

Het coronabeestje varieert ongebreideld op zichzelf als een monstertje in een tekenfilm, het popt venijnig op zonder dat je het doorhebt, het waart bijna ongeremd rond in onze wereld en jaagt ons telkens opnieuw in ons kot, als honden in onze mand, het houdt ons klein en gedeisd. Quarantaine light ofwel heavy, alnaargelang en dat al een jaar lang.

Voor veel mensen is hun leven al jaren zo. Doordat ze een chronische aandoening hebben, een immuunziekte, een mobiele of andere inperking, of doordat ze mantelzorger zijn voor partner, ouder of kind. Of doordat ze geen verblijfsvergunning hebben of uitgewezen zijn. Of door armoede en vervreemding geen aansluiting vinden. Of als unieke mens nooit mee konden met de ratrace of zichzelf niet konden zijn.

Zo’n anderhalf weekje quarantaine is ook weer zo’n inleefervaring, heel light, want mijn koelkast is gevuld en lieve buren zijn standby en ik kan bellen met mijn levenslief en lieve vriendinnen.

Quarantaine light, want het woord komt van “veertig dagen”, uit de tijd van de pest en zo. Dat was wat. Wat is er afgezien en wat zien mensen af. Ik kan maar hopen dat, welk soort afzondering ook, die voor hen voorlopig is en dat zij op z’n minst nog zo’n gaatje hebben dat licht doet binnenvallen. Quarantaine light.

(Foto: Pixabay)