Ze besluiten. Ze googelen. Ze kiezen. Ze vinden ons. Ze sturen een mailtje. “Kan ik iets voor jullie project betekenen?” Ze komen op gesprek. Ze zitten voor me, één voor één. Jong, iets ouder, man, vrouw, student, in burn-out of een weekdag vrij in hun carrière, ervaren of compleet onbekend, voor korte tijd of onbepaald, met veel talenten of een bepaald specialisme, – altijd benieuwd en graag bereid. En vooral: die open blik. Die treft me keer op keer.

Ik vertel, over ons werk, ons project, over de vluchtelingengezinnen. Over wat er allemaal nodig is en fijn zou zijn.

Ze vertelt. Over wat haar tot hier heeft gebracht. Wat ze meeneemt, aan ervaringen, betrokkenheid, dromen, vragen. Hij vertelt. Over wat hij nog nooit gedaan heeft, maar wil verkennen. Wat hij denkt als hij hen ziet in het nieuws….  Ze willen iets doén. Tegen onmacht en negativisme in.

“Ik wil vrijwilligster worden.” Dat zinnetje betekent zoveel. Een mens met een voorgeschiedenis komt tot de beslissing om andere mensen met hun voorgeschiedenis te ontmoeten. Een mens die wil leren ontmoet een mens die ook vooruit wil. En vanaf nu kunnen ze samen kijken wat er nodig is. Ontdekken ze samen wat kan helpen. Hoe je stapjes verder komt. En vooral hoe je mede-mensen wordt in dit land.

Allemaal vrijwillig. Sterren zijn ze. Lichtpuntjes die elkaars ogen glans geven.

Hier word ik blij van.