Met drie auto’s rijden we naar een idyllisch Zeeuws dorpje. Vrouwen van wel tien verschillende nationaliteiten, met en zonder hoofddoek, allemaal even mooi en verwachtingsvol. In de tuin bij de kerk krijgen we koffie, thee, zelfgebakken cake en veel hartelijkheid. We rijden samen verder naar een omgebouwde boerderij waar we een royale lunch genieten. De zon en de rust doen deugd, een vrolijke groepsfoto markeert ons geluksgevoel. Dan verder naar een kruidentuin, opgezet en onderhouden door vrijwilligers. Van kruiden houden we allemaal.

We zijn vandaag van de ene verrassing in de andere gevallen. Niet alleen over zoveel warme gastvrijheid, niet alleen over de weidse Zeeuwse natuur, het weer en de bloemen, en die prachtige “bruidssluier” van witte vlinders langs de weg die ons wel speciaal leken op te wachten en te verwelkomen, niet alleen over die boerderij en de herkenning van nostalgie naar grootmoeders tijd in verschillende culturen. Niet alleen over de herkenning tussen islam en protestantisme: allebei sober, het Boek centraal, en een dominee is zoiets als een imam … We moeten telkens lachen bij het idee.

De grootste verrassing is hoe snel je met elkaar een klik voelt. Een compliment, een kus, een omarming, een high five, een plagerij en een schaterlach smeedt zomaar een connectie tussen mensen van zo uiteenlopende omstandigheden. Je ziet de Nederlandse vrouwen schrikken van de stukjes levensverhaal. Het besluit groeit om ons nog eens uit te nodigen zonder eerst een tegenbezoek. Maar “in Antwerpen eten wij elke week samen, jullie zijn welkom”. Weer dat welkom, het raakt me telkens opnieuw.

Waar mensen elkaar verwelkomen, daar komt God thuis.