De moeite om over na te denken: wie helpt wie eigenlijk?

Helpers – PopUpGedachte donderdag 1 maart 2017, Rikko Voorberg (lichtjes ingekort)

“Ik krijg echt een punthoofd van helpers”, zei een gedreven helper van mensen zonder papieren. “Iedereen wil maar helpen, arme mensen helpen. Terwijl het systeem anders moet, dáár moet voor gevochten worden.” Georgos op Lesbos zei eerder ook al zoiets. Hij was samen met een priester een spil in de verzorging van duizenden vluchtelingen onderweg van het ene einde van het eiland naar het andere. We dronken koffie en hij riep het uit: stuur geen hulpgoederen, hou je eten en drinken bij je. Los die oorlog in Syrië op! Als wij hier met z’n tweeën, een oude priester en ikzelf, duizenden mensen kunnen verzorgen terwijl onze economie in puin ligt, dan kan die oorlog in Syrië toch ook beëindigd worden als meer mensen dat willen. Waar is de wil? Ook hij had geen behoefte aan helpers, aan mensen die arme mensen kwamen helpen. Het moest anders.

Als Jezus vandaag een vergelijkend verhaal vertelt, dat is een beetje zijn gewoonte als rabbi, geven die een ander perspectief op wat we vanzelfsprekend achten. Een vergelijking van de omkering van wie er nu een helper is en wie geholpen moet worden. ‘In die tijd zei Jezus : “Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feest vierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag. Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Ja, zelfs kwamen honden zijn zweren likken. Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis. In de onderwe­reld, ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham, en Lazarus in diens schoot.”

Wat als eerste opvalt: de arme heeft een naam, de rijke is naamloos. Nogal een omkering van zaken want de arme massa met uitgestoken hand langs de kant van de weg, in Budapest en Rome, van New York, tot Berlijn, tot Kaapstad, dat is over het algemeen een naamloze groep. De geslaagde rijke echter heeft een apart blad, met ranglijst waar hij of zij elk jaar de naam terug kan lezen tussen de 500 rijksten ter wereld. In Jezus verhaal niet. Daar heeft de arme een naam, en een naam is een rol. Het is de naam Lazarus, dat wil zeggen: Gods helper.

Hij lag daar overdekt met zweren voor de poort van de rijke die hem dagelijks passeerde. En hij is Gods helper. Waarmee dan? Lazarus ís de keuze die dagelijks wordt voorgelegd aan de rijke, letterlijk. Opdat hij elke dag opnieuw kan bepalen wij hij is. Door de aanwezigheid van Lazarus was er elke dag weer de mogelijkheid om een ander mens te worden. Lazarus was Gods helper, omdat de Eeuwige elke dag benieuwd is. Misschien zich elke dag zich weer opnieuw afvraagt wat dit mensje met teveel geld voor keuze gaat maken. Ook de Eeuwige is bereid zich te laten verrassen door de mens. Elke dag kan de rijke nog een individu worden, iemand met naam, iemand die een andere keuze maakt.

Wat zijn die vluchtelingenstromen in Europa? Stromen mensen die door zovelen geen persoonlijke naam krijgen en betiteld worden als plaag of natuurramp. Stromen, tsunami’s, hordes. De naamloze massa van de massa-immigratie? Zijn zij het, Mohamed, en Achmed en Leia, zijn zij de naamhebbers, degenen die aan de Europeanen de vraag stellen wie ze willen zijn, puur door hun aanwezigheid? Zijn vluchtelingen Gods helpers om Europeanen de kans te geven te tonen wie ze zijn? De Eeuwige laat zich graag verrassen. Hoe verrassend zijn we? Hoe verrassend ben ik?