Ik schrijf minder blogs, betrap ik mezelf. Niet erg, niks moet. Maar hoe komt het? Er gebeurt zoveel, de stad en de wereld en de mensen kruipen onder mijn huid, doortrekken me als een spons en hoe langer hoe meer schieten woorden tekort. Er wordt al zoveel geschreven en gezegd en zo weinig gelezen en geluisterd. Midden in die verstikkende woordwolk zoek ik het oog van de storm op, de stilte. Want daar gebeurt het. Het leven. Menselijk contact. Verdriet. Troost. Hoop. Het begin van verzet, van kracht om op te staan. Het verlangen om ons niet te laten meesleuren door de waan, de leugens, het artificiële fake. De wil om ons niet te laten bepalen door regels, procedures en protocollen. Vrij te zijn en mens te blijven in de matrix van het systeem.

Ik kijk jou aan en de hectiek valt even weg. Je ogen spreken voor zich. Ik bespeur achter je rug die loodzware bagage die je altijd meesleurt. Ik besef het wonder dat je hier staat. Verbaas me dat je hier geraakt bent. Wil het mee uithouden met jou.

Want jij kijkt mij aan en jij voelt mijn rugzak aan. Zo wegen beide minder zwaar. Het oog van de storm brengt ons samen en we houden elkaar vast. In een ogen-blik. Dat is genoeg.