Bijbelbabbel in Open Huis. Open voor iedereen die wil aanschuiven. En zo zitten we weer samen met een bont gezelschap, allemaal benieuwd naar het volgende verhaal en wat dat ons gaat brengen. Vandaag komt Elia aan bod. Een profeet, die de machthebber van toen confronteerde en vervolgens moest onderduiken in vreemd gebied en letterlijk leven van wat er uit de hemel viel of voor zijn voeten kwam stromen, – maar ook dat raakte op. Uiteindelijk moest hij beroep doen op de gunsten van iemand die zelf niks had. Geen krachtpatser dus, hij moest zijn hand ophouden, zelf om hulp vragen. Samen deelden ze in de miserie, die vrouw in armoede en hij. Toen zij ook nog ‘s haar kind verloor en haar geloof wankelde, nam hij het voor haar op bij God: “waaròm!” Geen krachtpatser, geen tovenaar, maar een mens met lef in zijn lijf. Want zo dicht bij iemand staan, daar moet je ook lef voor hebben. Elia gaat niks uit de weg: van elite tot underdog.

Iemand van de groep zegt: “En wij? Lijken wij op Elia? We gaan allemaal onze eigen weg, maar soms maak je keuzes om je uit te spreken, om het voor anderen op te nemen.” Herkenbaar? “Nee, zene”, zegt een ander, “ik stel niet veel voor, alles in mijn leven is niet gelopen zoals ik het wou.” Maar dan toch komt er een verhaal achteraan, over hoe ze zich ‘s uitsprak in de volle tram. En nog een verhaal, over verkeersagressie. “Ik ging achter zijn auto staan en keek alleen maar naar zijn nummerplaat. Toen ging hij weg. Tegen zo’n klein oud vrouwtje durven ze niks.”

Wat een lef! “Ah, misschien toch wel een klein Eliaatje dan”, lacht ze. Ik vind het een ijzersterk beeld: zo’n dametje op leeftijd dat de hitte van een situatie trotseert door enkel maar naar de nummerplaat te kijken. Dat doet me ook denken aan David tegenover Goliath, gewoon met zijn welgemikte steen in diens voorhoofd. “Wete”, besluit die kleine dame op leeftijd, “die sterke mannen hè, die komen en gaan en we denken er niet meer aan. Maar als iemand iets durft, dat onthou je.” En zo is het.