Er was gisteren niks met mij aan de hand. Tot vlak na mijn avondeten. Dat moet verkeerd gevallen zijn. Hondsmisselijk werd ik. Felle buikpijn. Compleet gevloerd. Slechte nacht. Ik zal u verdere details besparen. En nu is het er allemaal uit en ben ik weer de oude.

Heel even maar ondervond ik wat het is om ziek te zijn. Amai, het stelde niet veel voor. En ik wist zelfs wel dat het dat maar ging zijn. Eigenlijk knap van het menselijk lichaam dat het op die manier reageert op wat niet oké is. Dit kon ik dus toch nog positief zien.

Maar deze korte ervaring duwde mij er weer op. Dat als je ziek bent, je lichaam met je aan de haal gaat. Alles stopt. Je kunt alleen maar ziek zijn. Je voelt je een vod, kapot, overmand, er gebeurt vanalles wat je niet graag hebt dat anderen zien. Je kunt je niet meer flink houden.

De welbekende pandemie heeft onze wereld in haar greep. Vele miljoenen slachtoffers van dit killer-virus worstelen er nog elke dag mee. Slepen zich voort, of kunnen zelfs dat niet. Daarnaast worstelen vele miljoenen medemensen al jaren en vaak in het verborgene met allerhande andere ernstige ziektes en aandoeningen, veel daarvan chronisch en diep ingrijpend op allerlei gebied. En daar staat geen leeftijd op.

Elk nieuwjaar wensen we elkaar “een goede gezondheid, want dat is het belangrijkste”. Deze woorden klinken dit jaar nog geladener. Laten we nooit meer vergeten hoe kostbaar het is als je lichaam meewerkt. En laat de gezondheidscultus die ons tot voor kort de kop zot maakte nu echt alsjeblieft reëlere proporties aannemen. We zijn allemaal kwetsbaar, dat heeft corona ons bijgebracht. Ik hoop dat ik dat nu ook nog beter zal onthouden.