Maandelijkse Bijbelbabbel in Open Huis. Hoofdstuk twee van “Esther”, een oud verhaal dat toch gemakkelijk tot herkenning en gesprekken leidt. Over macht en weerloosheid, over bezorgdheid en voorzichtigheid. Over verhoudingen tussen mannen en vrouwen, vroeger en nu, hier en wereldwijd, en over emancipatie van vrouwen en mannen, over schoonheidsidealen en beoordelen of beoordeeld worden op uiterlijk en hoe moeilijk het is om dat niet te doen. Herkenning op wereldschaal en persoonlijke verhalen.

Het bijbelverhaal van vandaag gaat zo: jonge meisjes worden thuis weggehaald om door een machthebber gekeurd te worden zodat één van hen kan kiezen tot zijn first lady. Via seks natuurlijk. Na een intensieve schoonheidsbehandeling. Zo ook een meisje uit een etnische onderdrukte minderheid (namelijk joods, in ballingschap in Perzië). En zowaar, zij wordt de uitverkorene en meteen tot koningin gebombardeerd. En dan verneemt haar pleegvader plannen voor een aanslag op de koning, die hij via Esther kan laten doorbriefen en verijdelen.

Dat brengt ons op de vraag: is dit onbaatzuchtig van hem? Waarschijnlijk speelt zijn vadergevoel. Je kind of pleegkind, dat gun je het beste. Volgende vraag: bestaat echte onbaatzuchtigheid? Hoe is het om onbaatzuchtig te zijn?
Ik verwacht aarzeling. Onbaatzuchtigheid is mens-zijn next level. Niet gemakkelijk toch. Maar nee: onmiddellijk klinkt het: “onbaatzuchtig zijn is super plezant!” Deze spontane uitroep komt van een vrouw die ondanks haar eigen rugzak en kwetsbaarheid (of juist daarom?) vrijwilligerswerk doet, namelijk een jong meisje van een Arabisch sprekend gezin helpt bij haar huiswerk. Ja, daar krijgt ze veel voor terug: de gastvrijheid van het gezin is hartverwarmend. Dat hoeft allemaal niet voor haar, dat maakt haar ongemakkelijk. Ze vindt het gewoon zo fijn om dat meisje te helpen.

Ik herken dit van onze eigen vrijwilligers. En ja, ook bij mezelf. Je dag is toch pas ècht goed als iemand anders gelukkig wordt van jouw aanwezigheid? En als je soms iets kunt doen waar de ander mee verder komt zonder dat jij er iets voor terugkrijgt. Waarom dat zo werkt? Waarom word je gelukkiger van je zomaar geven dan van “voor wat hoort wat”? Omdat mensen medemensen zijn en we allemaal verbonden zijn. Als medemensen zijn we op ons gelukkigst.

En ja, dat schrijf ik op de dag dat er een zoveelste geweldsincident in mijn buurt gebeurt. Èn dat mensen wakes houden voor slachtoffers. En er verhalen loskomen van wie in de bres sprong. Zoals Esther nog zal doen. Ja, net waar we in ons samenleven geschonden worden doordat een medemens waanzinnig gewelddadig optreedt, en dus ook zichzelf als mens geweld aandoet, daar sluiten rangen zich bij anderen in het tonen van medeleven en de roep om beter samenleven.
Onze Esther had geïntimideerd kunnen blijven, maar zal nog blijken zichzelf fantastisch te gaan overstijgen. Super plezant.