Wist je dat 1 op de 8 mensen in België officieel vrijwilliger is? En dàt in een tijd waarin veel mensen het gevoel hebben dat we het allemaal te druk hebben voor elkaar en dat iedereen egoïstisch is.
De werkelijke mate van vrijwillige inzet ligt nog veel hoger. Iedereen is wel ooit “vrijwilliger”.
Hoezo iedereen? Omdat we allemaal een vrije wil hebben. En omdat we uit vrije wil allemaal ooit wel ’s iets doen voor een ander. Op straat, in de buurt, in een club. Zelfs op het werk doen de meeste mensen binnen hun job ooit wel ’s iets waar ze strikt niet voor betaald worden. Net dat extra. Op een onbetaald moment. Al is het maar een telefoontje. Een boodschap meenemen. Iets geregeld krijgen. De gft-bak aan de straat zetten voor de oude buurvrouw. Och, er gebeurt zoveel! Let er maar ’s op. Er zit zoveel in al die kleine dingen.
Vrijwillige inzet is onbetaald. En onbetaalbaar. Vrije wil is wat ons mens maakt. Robots kunnen veel vervangen, maar niet die kostbare ervaring dat iemand iets voor jou doet uit vrije wil. Of jij iets voor een ander.
Sterker nog: vrijwilligers hebben een sleutelrol. Zo staat dat ook in het Manifest van ons PSC. En we ondervinden dat dagelijks. Vrijwillige inzet is het weefsel van de samenleving. Dat wat ons verbindt.
Ik ben zelf wekelijks als vrijwilliger in bevriende organisaties aanwezig. Dat betekent: low level kunnen zijn. Niet doelgericht of contractgebonden. Gewoon zijn, en dan zien wat nodig is. Bij de bezoekers, klanten, gasten. Hebben ze zin in een praatje? Of gewoon maar een groet? Of kan een grapje deugd doen of gewoon wat medeleven? Voor de concrete en moeilijkere vragen zijn er medewerkers in dienst. Zij hebben er de handen vol mee. En hoe behulpzaam en vriendelijk zij ook zijn, telkens opnieuw merk ik dat mensen om hun vragen te stellen vaak een tussenpersoon tot bij hen nodig hebben. Iemand die eventjes een brug maakt. Die hun vraag onder de aandacht brengt bij die medewerker. Die de vraag en het moment van antwoorden op elkaar afstemt. Die het gevoel kan geven gehoord te worden. En telkens treft het me ook om te zien wat dat doet. Het geeft opluchting. Er valt een stukje stress weg. Een vraag stellen kan op zich namelijk al moeilijk zijn. Je schaamt je misschien voor je onwetendheid. Of dat je iemands tijd vraagt. Daarin gerustgesteld en verwelkomd worden doet zo goed.
In de Plataan gunnen we iedere bewoner zo’n persoonlijke vrijwilliger. Een buddy. Dat lijkt misschien een groot woord. Het betekent gewoon: een maatje. Iemand die naast je komt staan. Uit vrije wil. Uit het hart. Iemand die jou helpt om in jouw tempo je weg te vinden, je vragen te stellen, het leven wat hanteerbaarder te maken. Of gewoon iets tofs te doen samen omdat je dat in je eentje niet zo gauw doet.
Stel je maar ‘s voor dat je zelf in een wildvreemd land terechtkomt. Of dat je in eigen land zomaar tussen de mazen van het sociale vangnet valt. Hoe kun je in vredesnaam eraan uit hoe alles in die nieuwe situatie werkt? Het systeem, de regels, de hulpverlening, de financiën, het (weer) zoeken van werk en woonst. Internet zegt wel wat, maar zoveel is ongeschreven kennis. Ik kom zelf uit Nederland en heb al ondervonden hoe inwoners in je nieuwe land het meeste als vanzelfsprekend bekend, gemakkelijk, toegankelijk beschouwen. Je voelt je dom als je het allemaal niet snapt. Wat is het dàn fijn als iemand je maatje wil zijn, gewoon als medemens. Uit vrije wil. Naast jou. Gewoon omdat dat fijn is.
Onbetaalbaar is dat! Om dat te ontvangen èn om dat te geven!
Wat is jouw ervaring hiermee? Of wil je het ontdekken?
Zie https://www.psc-antwerpen.be/de-plataan/?swcfpc=1 en contacteer ons voor meer info.
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.