Massa’s. Drommen. Collectieve rouw. En uitbundigheid. Onophoudelijke media-aandacht. Voor de pausen en de koningen van deze wereld, de sporthelden en de songfestivalartiesten. Wat een rumoer. En dan is de zomer nog niet begonnen, met zijn post-corona knaldrang en vlieghonger.

Ondertussen moet ik mijn oren spitsen om te verstaan wat een gebogen vrouw met moeite over haar lippen krijgt omdat ze zo kapot is van verdriet. Ondertussen voert iemand per whatsapp een gesprek met mij over zijn trauma’s en triggers omdat afspreken voor een live gesprek nu zelfs even te pijnlijk confronterend is. Ondertussen blijft mijn mailbox onophoudelijk volstromen met noodkreten. Zoals van die jongen uit Gaza die zijn zieke moeder en broers zo graag wil laten overkomen om aan de extreme vernieling te ontsnappen. Of van die sociaal assistente die vanuit oprechte bezorgdheid naar alle kanten blijft zoeken naar woonst voor dat gezin dat ze zelf ook niet van dakloosheid kan behoeden.

Het echte leven gebeurt in alle stilte. Niet voor de camera’s, niet voor likes of applaus, niet in de hoofdpunten van het nieuws en aan tafels van praatprogramma’s. Niet in de centra van de macht. Maar tussen mensen. Zij zijn het weefsel waar we allemaal op leven, boven de afgrond van de ontmenselijking en de ultieme vernietiging. Wij zijn weefsel voor elkaar. Hoeveel scheuren en mazen laten we toe? Bij anderen, bij onszelf?

Elk moment van contact tussen mensen legt een lijntje in dat weefsel, daar ben ik van overtuigd. Dat kan over afstand heen zijn, afstand in kilometers, in leefwereld, in maatschappelijke invloed. Want elk lijntje doet je ervaren dat mensen mensen zijn, ik evenzeer als een ander en een ander even waardevol als ik.
Ik zie een beroepsmilitair en een vredeswerker respectvol in gesprek gaan. Ik zie jongens van diverse afkomst samen voetballen op het pleintje en elkaar “broer” noemen. Ik zie een gevluchte jongere na zijn werktijd in de horeca bij klanten gaan zitten op het terras en met hun verhalen meeleven, en hoe goed hun dat doet. Ik zie mijzelf door een moeilijk gesprek gaan om iets uit te praten wat mij diep gekwetst heeft, zonder die ander uit het oog te verliezen.

Wil je mij helpen om dit te blijven durven? Veel eer of aandacht kunnen we er niet mee behalen. Geen Oscar voor humaniteitswerk of zo. Maar wel elkaar vasthouden en zo mens blijven. Zo blijft het leven in deze wereld draaglijk. En wordt het hier en daar zelfs een beetje mooier. (Met herstelde scheuren en al.)