Vier meisjes van rond de 20 jaar, uit Denemarken. Samen reizen ze door een paar Europese landen om organisaties te bezoeken rond het thema “grenzen”. Waaronder onze Jongerenwerking. Elk half jaar komt er zo’n groepje en elke keer is dat supertof.
Eerst nemen ze een interview met ons op, aan de hand van algemene vragen over ons werk en onze benadering. Daarna gaan we altijd naar boven, naar de Jongerenwerking zelf. En daar gebeurt het. Elke keer. De klik. Het aha-gevoel. Want er gaat niets boven ontmoeting met de mensen om wie het draait.
Vandaag is het eerst nog rustig, er is nog bijna niemand. Dus we babbelen nog wat met elkaar, over hoe er in Denemarken en in België tegen “vreemdelingen” wordt aangekeken. Steeds negatiever en afwerender. Zijzelf zijn heerlijk open en empatisch, en hun vriendinnen ook, zeggen ze. Is vreemdelingen-afkeer dan een generatieding?, vraag ik. Nee, een mannending, zeggen ze overtuigd. Veel jongens van hun leeftijd zijn anti. Ik kijk verbaasd, maar zij zien hierin duidelijk de invloed van influencer Andrew Tate. Toxische mannelijkheid dus. Het zou zogezegd stoer zijn om niet open te staan voor anderen. Zo bizar, vinden deze meisjes. Waar is dat goed voor. Ze moeten niet denken dat wij dat aantrekkelijk vinden, schateren ze.
Dan druppelen onze jongeren binnen. Vier Deense mooie frisse meiden tussen Afghaanse, Koerdische, Palestijnse, … jongens van hun leeftijd. De jongens blijven eerst op een afstandje staan. Ik ga bij hen staan en vertel wie die meisjes zijn, en ik nodig hen uit om erbij te komen zitten. Een paar jongens durven, een paar niet. “Ze zijn zo mooi, maar ze gaan weer weg”, fluistert een jongen in mijn oor. Dat is waar. Mantoch, ik zou hun zo graag een lief gunnen zoals deze meisjes. De jongens die erbij durven gaan zitten, vragen mij er ook bij. Ik leg uit en stel hen aan elkaar voor. “Welcome in Belgium”, zegt een Koerdische jongen spontaan. We lachen ontroerd. Dan vertellen enkele jongens schoorvoetend over zichzelf. Wie ze zijn, wat zij hebben ondervonden aan “grenzen”. Vijf nachten na elkaar te voet door berggebied. Het wordt stil in het gesprek. We gaan maar naar luchtiger: wisselen woordjes in de moedertalen uit. De Koerdische jongen zegt iets en vertelt erbij dat dat zijn taal is voor: “I love you”. Meteen krijgt hij een kleur.
Achteraf zeggen de meisjes mij: dat blozen was zo lief. Tegenovergesteld van toxisch. En juist daarin zo sterk. Ondanks alle afwijzing blijven ze mooie mensen. Wat fijn om zulke mannelijkheid mee te maken.
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.