“Handel” is hier een wereldje op zichzelf. De Handelstraat, uitlopend op het plein met metrohalte “Handel”. Een wereld aan winkels en thee- en eethuizen van verschillende etniciteit. “Turken”, “Afghanen”, “Palestijnen”, “Marokkanen”… Voor mij zijn het allemaal plekken met heerlijkheden en geuren waar ik van geniet, maar waar ik als witte vrouw ook een beetje een vreemde ben.
Zeven jaar geleden, toen ik hier kwam wonen, raakte mijn Bosnische pleegdochter er in no time thuis. Die etniciteiten onderling (allemaal “niet-Belgisch”) gaan ook vlot met elkaar om precies. Maar als ik er mijn gezicht laat zien, denken mensen dat ik sociaal werker ben of zo; daar word ik vaak op aangesproken. Sowieso van een andere wereld. Het was dus heel handig en plezant dat Amra mij mee op schok kon nemen indertijd, met een vlotheid waar ik jaloers op was. Trouwens, ook Youssef trakteerde me al graag een paar keer op een theetje in zo’n huis met alleen maar mannen. En nog zo van die momenten met deze of gene.
Ook vandaag overkwam het me weer. Ik had vorige maand van Maram een zakje van die zalige Arabische kardamomkoffie gekregen; en die was nu op. “Je kunt dat op Handel kopen”, had ze gezegd. Na een dag binnen werken, ging ik maar ’s even naar buiten: op zoektocht naar deze koffie. Voordat ik ook maar één winkel kon proberen, hoorde ik iemand naar me fluiten van op de hoek van Handel. Jamal. Dakloze Marokkaan. “Waar was je?”, vroeg hij. Nee, ik was vanmiddag niet in ’t Vlot geweest, want ik had nu even teveel werk thuis gehad. Maar kon hij mij misschien helpen om die koffie te vinden? “Kom”, pakte hij mijn arm, “ik weet sowieso.” En ja, vijf minuten later hield ik een hele doos in mijn handen, heerlijk, hier zou ik lang mee kunnen doen. Merci Jamal!
Ik vind het zo fijn als mensen mij willen gidsen in hun wereld.
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.