Een nieuw jaar is nog maar net begonnen, maar ik zit er weer tot over m’n oren in. In de extreme pijn die mensen met mij delen. Pijn van trauma’s, depressiviteit, wanhoop.
Ik zie het als ongelooflijke geschenken dat ze dat met mij delen. Want doe het maar hè. Zet maar ‘s die stap om het pijnlijkste van je leven open te gooien, met al je heftige emoties die daarbij horen, de beelden op je netvlies, de verwondingen zelfs letterlijk in je lichaam, de eenzaamheid van net dàt meestal niet te kunnen delen. Veel mensen met zoveel pijn durven zich niet meer toevertrouwen aan anderen. Dat begrijp ik helemaal. Het is ook onuitsprekelijk, ziekmakend en niet te vatten allemaal. Mensen om hen heen hebben vaak zelf ook zoveel mee te sleuren of juist veel minder en kunnen er daardoor geen weg mee, kijken geen nieuws meer, vluchten in vermaak en gemakkelijke positiviteit.
Die mensen met pijn hebben daar dan vaak ook nog begrip voor. En zijn verbaasd dat ik niet wegloop, letterlijk of in cliché reacties of door weg te blijven.
Nee, ik blijf net bij je. Hou je niet in, voel je niet beschaamd, bij mij is het veilig wat je me wil vertellen en hoe dat voelt voor jou, ik heb geen oordeel over jou, en ik huil mee. Ik ben boos dat dit jou overkomen is. Oorlog, verlies, geweld, misbruik, bedreigingen, medische fouten, relatiebreuken, ….

Als je wil, luister ik uren naar je. En ik pak je stevig vast, zodat je goed kunt huilen. Of we zijn gewoon stil. Of we foeteren samen. Ik ben mee. En ik blijf. Want ik ben gewoon je medemens.