Een zaaltje in een buurtcentrum met tien heel verschillende mensen met uiteenlopende veelbewogen levensgeschiedenissen in hun figuurlijke rugzakken rond de tafel, gebogen over een inspirerend bijbelhoofdstuk dat allerlei reacties bij hen oproept en die naar elkaar kunnen luisteren.
Een wekelijkse gezamenlijke eenvoudige lunch van vijftien geëngageerde mensen van diverse werkingen tegen armoede en voor menselijke alternatieven, met om te beginnen een moment van samen luisteren naar een lied, uitwisselen over de wereld, het leven en onszelf en een samen uitgesproken gebed.
Een afspraak in het stadspark met een psychisch kwetsbare vrouw die het groen en de rust nodig heeft om in alle moeite van het leven al vertellend terug tot zichzelf te komen, uitmondend in een gebed in eigen zoekende woorden, samen leunend tegen een boom.
Een huisbezoek waar ruimte is voor zeer oude trauma’s die na decennia eindelijk in woorden en tranen plek kunnen krijgen.
Een toevallige ontmoeting op straat, niet langer dan enkele minuten, met iemand die zich al eerder aan mij heeft toevertrouwd en nu in oogcontact en aanraking laat voelen wat een band dat schept en hoe waardevol dat is.
Een Whatsappje met enkele woorden van diep binnenuit.

Telkens en telkens opnieuw word ik hier tegelijk in naar binnen getrokken èn doe ik verwonderd een stapje terug om het te doorvoelen: wat gebeurt er hier, dit is zo bijzonder. “Doe de schoenen van je voeten, want de grond waarop gij staat is heilig.” Het is daar, in zulke gegeven momenten, dat ik ervaar: dit moet wel God zijn. En zelfs dat zeg ik niet hardop, zo breekbaar en kostbaar dat dat is.